Art. 75. § 1. Bij een vordering tot vernietiging, zonder vordering tot schorsing, beschikt de tussenkomende partij over een vervaltermijn van dertig dagen om een schriftelijke uiteenzetting en eventuele geïnventariseerde overtuigingsstukken in te dienen.
Art. 75. § 1 . Lors d'une demande d'annulation, sans demande de suspension, la partie intervenante dispose d'un délai d'échéance de trente jours pour introduire un exposé écrit et des pièces à conviction inventoriées éventuelles.