Behoudens wanneer de verzoekende partijen aannemelijk zouden maken dat, binnen hun maatschappelijk doel, zulk een werking wel zou bestaan, missen ze belang om op ontvankelijke wijze de bepalingen die het buitengewoon onderwijs betreffen, namelijk de artikelen 101, 105, § 2, 115 en 121 van het decreet, te bestrijden.
Sauf si les parties requérantes apportent la preuve que, dans le cadre de leur objet social, il en est bien ainsi, les parties requérantes ne justifient pas de l'intérêt pour attaquer de manière recevable les dispositions qui concernent l'enseignement spécial, à savoir les articles 101, 105, § 2, 115 et 121 du décret.