19. meent dat met betrekking tot het besluitvormingsproces over de opwaardering van de betrekkingen met partnerlanden lessen moeten worden geleerd van het verleden; benadrukt dat de geavanceerde status alleen mag worden verleend aan partnerlanden die aan duidelijke voorwaarden voor mensenrechten en democratie voldoen; verzoekt opnieuw om een duidelijk raadplegingsmechanisme waarmee wordt gewaarborgd dat het Parlement volledig op de hoogte wordt gehouden op alle onderhandelingsniveaus;
19. estime qu'il convient de tirer les enseignements du passé en ce qui concerne le processus décisionnel régissant le renforcement des relations avec les pays partenaires; souligne que le «statut avancé» ne doit être accordé que si les pays partenaires satisfont à des prescriptions claires en matière de droits de l'homme et de démocratie; demande à nouveau la mise en place d'un mécanisme de consultation clair qui garantisse que le Parlement soit pleinement informé à tous les stades de la négociation;