Art. 5. Van de in artikel 4 bedoelde inspanning van 0,05 pct. moet minstens de helft besteed worden aan initiatieven ten voordele van één of meerdere van de volgende groepen : a. De in artikel 4, 5) bedoelde jongeren; b. De in artikel 4, 3) en 4) bedoelde personen die nog geen 26 jaar zijn.
Art. 5. Au moins la moitié de l'effort de 0,05 p.c. visé à l'article 4, doit être affecté à des initiatives en faveur d'un ou plusieurs des groupes suivants : a. Les jeunes concernés dans l'article 4, 5); b. Les personnes concernées dans l'article 4, 3) et 4), qui n'ont pas encore atteint l'âge de 26 ans.