« De gerechtigde ofwel op een pensioen ingevolge stortingen verricht bij toepassing van artikel 3, §§ 1 en 2 van deze wet, ofwel op een rente gevestigd door stortingen van vrijwillig verzekerden in het kader van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, samengeordend door het besluit van de Regent van 12 september 1946, kan, bij of na het ingaan van zijn rechten, de gekapitaliseerde waarde ervan geheel in speciën uitbetaald krijgen.
« Le bénéficiaire soit, d'une pension résultant des versements effectués en application de l'article 3, §§ 1 et 2 de la présente loi, soit, d'une rente constituée par des versements d'assurés libres dans le cadre des lois relatives à l'assurance en vue de la vieillesse et du décès prématuré, coordonnées par l'arrêté du Régent du 12 septembre 1946 peut, au moment ou après l'ouverture de ses droits, en recevoir intégralement en espèces la valeur capitalisée.