Bovendien merkt het Hof op dat de door Römer te betalen pensioenpremies op generlei wijze werden beïnvloed door zijn burgerlijke staat, aangezien de bedragen die hij ten behoeve van de pensioenuitgaven diende af te dragen gelijk waren aan die van zijn gehuwde collega’s.
En outre, la Cour relève que les cotisations dues par M. Römer en rapport avec la pension n'étaient nullement en fonction de son état civil, puisqu’il était tenu de contribuer aux dépenses de pension en versant une cotisation égale à celle de ses collègues mariés.