Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie, « [zijn] de artikelen 1 tot en met 8 van [de] richtlijn [2003/88/EG] in wezen gelijkluidend [...] aan de artikelen 1 tot en met 8 van richtlijn 93/104/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB L 307, blz. 18), zoals gewijzigd bij richtlijn 2000/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 2000 (PB L 195, blz. 41), zodat de uitlegging die het Hof aan laats
tgenoemde artikelen heeft gegeven, onverkort geldt voor de eerstgenoemde artikelen van richtlijn 2003/88 » (HvJ, 25 november 2010, C-429/09, Fuß, punt 32; be
...[+++]schikking, 4 maart 2011, C-258/10, Grigore, punt 39; 10 september 2015, C-266/14, Federación de Servicios Privados del sindicato Comisiones obreras (CC.OO.), punt 22).Selon la Cour de justice de l'Union européenne, « étant donné que les articles 1 à 8 de [la] directive [2003/88/CE] sont rédigés dans des termes en substance identiques à ceux des articles 1 à 8 de la directive 93/104/CE du Conseil, du 23 novembre 1993, concernant certains aspects de l'aménagement du temps de travail (JO L 307, p. 18), telle que modifiée par la directive 2000/34/CE du Parlement européen et du Conseil, du 22 juin 2000 (JO L 195, p. 41), l'interprétation de ces dernie
rs articles par la Cour est pleinement transposable aux articles susmentionnés de la directive 2003/88 » (CJUE, 25 novembre 2010, C-429/09, Fuß, point 32; or
...[+++]donnance, 4 mars 2011, C-258/10, Grigore, point 39; 10 septembre 2015, C-266/14, Federación de Servicios Privados del sindicato Comisiones obreras (CC.OO.), point 22).