Aangezien de NMBS toentertijd de laatste hand legde aan haar bedrijfsplan „MOVE 2007”, dat voorzag in de schrapping van 10 000 arbeidsplaatsen, dat wil zeggen nagenoeg een kwart van het personeel, tussen 2003 en 2007, meent de Belgische regering dat het haast onmogelijk was geweest om het personeel dat door de stopzetting van de activiteiten van IFB overtallig was geworden, elders in het bedrijf onder te brengen, zowel wat betreft het gedetacheerde personeel dat naar de NMBS terugkwam als het personeel dat betrokken was bij de goederenactiviteit en bij de NMBS was gebleven.
Le gouvernement belge considère que, puisqu'à l’époque, la SNCB finalisait la préparation de son plan d’entreprise «MOVE 2007», qui prévoyait la disparition de 10 000 postes de travail, soit presque un quart de son personnel, entre 2003 et 2007, les opportunités de reclassement du personnel rendu excédentaire par la cessation des activités d’IFB étaient pratiquement nulles, qu’il s’agisse du personnel détaché revenu à la SNCB ou du personnel lié à l’activité Marchandises resté à la SNCB.