De Raad van State vermeldt in haar advies eveneens dat dit koninklijk besluit met het oog op overleg moest worden voorgelegd aan het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten, aan de vakbonden van het personeel van de politiediensten en aan de commissie van advies voor het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst.
Le Conseil d'Etat mentionne également dans son avis qu'il fallait présenter cet arrêté royal pour concertation au comité conjoint de tous les services publics, aux organisations syndicales du personnel, de police et à la commission d'avis du personnel militaire de l'armée de terre, de l'armée de l'air et de l'armée de mer, et du service médical.