Art. 229. Ingeval uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet geen rechterlijke beschermingsmaatregel overeenkomstig artikel 492/1 van het Burgerlijk Wetboek werd bevolen, eindigt de bijstand door een gerechtelijk raadsman van rechtswege en zijn alle vormen van voogdij over personen in staat van verlengde minderjarigheid of onbekwaam verklaard dan wel van ouderlijk gezag over personen in staat van verlengde minderjarigheid, van rechtswege onderworpen aan de bepalingen van boek I, titel XI, hoofdstuk II/1 van het Burgerlijk Wetboek.
Art. 229. Si, cinq ans au plus tard après l'entrée en vigueur de la présente loi, aucune mesure de protection judiciaire n'a été ordonnée conformément à l'article 492/1 du Code civil, le conseil judiciaire s'éteint de plein droit et toutes les formes de tutelle des mineurs prolongés ou des personnes interdites, ou d'autorité parentale sur les mineurs prolongés sont soumises de plein droit aux dispositions du livre I, titre XI, chapitre II/1, du Code civil.