Door werk in onroerende staat dat door van de belasting vrijgestelde personen met eigen middelen en voor eigen rekening wordt verricht aan de belasting te onderwerpen, terwijl de niet-belastingplichtige rechtspersonen er niet aan onderworpen worden, brengt artikel 19, § 2, concurrentieverstoring van enige betekenis tot stand, waarvoor artikel 6, tweede lid, van het Wetboek de Koning machtigt de publiekrechtelijke rechtspersonen als belastingplichtig aan te merken.
En soumettant à la taxe les travaux immobiliers effectués par moyens propres et pour compte propre par les assujettis exemptés, alors qu'il n'y soumet pas les personnes morales non assujetties, l'article 19, § 2, engendre des distorsions de concurrence d'une certaine importance pour lesquelles l'article 6, alinéa 2, du Code autorise le Roi à reconnaître la qualité d'assujetti aux personnes morales de droit public.