De magistraten die overeenkomstig artikel 309bis van het Gerechtelijk Wetboek in vredestijd gemachtigd zijn om Belgische militaire troepen in het buitenland te vergezellen, oefenen al hun bevoegdheden uit ten opzichte van de personen die aan de militaire wetten zijn onderworpen en die enig misdrijf gepleegd zouden hebben op het grondgebied van een vreemde Staat, alsook ten opzichte van degenen die in welke hoedanigheid ook verbonden zijn aan een onderdeel van het leger dat zich op buitenlands grondgebied bevindt, of van degenen die gemachtigd zijn om een troepenkorps dat van dit leger deel uitmaakt, te volgen, en wel op dezelfde mani
er als wanneer deze personen zich op het Be ...[+++]lgisch grondgebied zouden bevinden.
Les magistrats qui, en temps de paix et conformément à l'article 309bis du Code judiciaire, sont autorisés à accompagner des troupes militaires belges à l'étranger, exercent toutes leurs attributions à l'égard des personnes soumises aux lois militaires et qui auraient commis une infraction quelconque sur le territoire de l'état étranger, de même qu'à l'égard des personnes attachées à quelque titre que ce soit à une fraction de l'armée se trouvant en territoire étranger ou de celles qui sont autorisées à suivre un corps de troupes qui en fait partie, et ce, comme si les dites personnes se trouvaient sur le territoire belge.