2° de alleenstaande persoon met iemand ten laste of de samenwonende met zijn echtgenoot of met iedere andere persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt, indien hij bewijst aan de hand van om het even welke document, door de advocaat te beoordelen, dat het gemiddeld maandelijks netto-inkomen van het gezin lager is dan het niet voor beslag vatbare minimumbedrag bepaald in artikel 1409, § 1, derde lid en § 1bis, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek;
2° la personne isolée avec personne à charge, ou la personne cohabitant avec un conjoint ou avec toute autre personne avec laquelle elle forme un ménage, si elle justifie par tout document à apprécier par l'avocat que le revenu mensuel net du ménage est inférieur au montant du minimum insaisissable visé à l'article 1409, § 1, alinéa 3 et § 1bis, alinéa 3, du Code judiciaire;