Vervolgens brengt het Hof in herinnering dat een persoon – zoals McCarthy – die staatsburger is van ten minste een lidstaat, de status van burger van de Unie heeft en zich dus kan beroepen, ook ten aanzien van zijn lidstaat van herkomst, op de aan een dergelijke status verbonden rechten, met name het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten.
Ensuite, la Cour rappelle qu'une personne – telle M McCarthy – ressortissante d'au moins un État membre jouit du statut de citoyen de l'Union et peut donc se prévaloir, y compris à l'égard de son État membre d'origine, des droits afférents à un tel statut, notamment celui de circuler et de séjourner sur le territoire des États membres.