Artikel 1bis bepaalt dat wanneer de rechter een persoon veroordeelt, zelfs voorwaardelijk, als dader of als medeplichtige van één van de strafbare feiten omschreven in de artikelen 489, 489bis, 489ter en 492bis van het Strafwetboek (faillissementsmisdrijven en misbruik van vennootschapsgoederen), hij tevens bepaalt of de veroordeelde al dan niet verbod wordt opgelegd om persoonlijk of door een tussenpersoon een koopmansbedrijf uit te oefenen.
L'article 1 bis dispose que lorsque le juge condamne une personne, même conditionnellement, comme auteur ou complice de l'une des infractions visées aux articles 489, 489bis, 489ter et 492bis du Code pénal (délits de faillite et abus de biens sociaux), il décide également si la personne condamnée peut ou non exercer une activité commerciale, personnellement ou par interposition de personne.