« De decreetgever vermocht redelijkerwijze een zelfde regeling aan te nemen ten aanzien van alle vormen van samenleven met gemeenschappelijke kenmerken op basis van de voormelde objectieve en controleerbare criteria, met respect voor de persoonlijke levenssfeer van de belastingplichtigen».
« Le législateur décrétal a pu raisonnablement adopter une réglementation identique à l'égard de toutes les formes de cohabitation ayant des caractéristiques communes en se fondant sur les critères objectifs et vérifiables visés ci-dessus, tout en respectant la vie privée des contribuables».