Onverminderd de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur en de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, licht het diensthoofd schriftelijk, op vraag van ieder natuurlijke persoon met een wettelijk belang, deze persoon in dat hij het voorwerp heeft uitgemaakt van een methode zoals voorzien in artikel 18/2, §§ 1 en 2, en over de aard van de aangewende methode op voorwaarde :
Sans préjudice de la loi du 11 avril 1994 relative à la publicité de l'administration et de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel, à la requête de toute personne physique justifiant d'un intérêt légitime, le dirigeant du service avise la personne concernée par écrit qu'elle a fait l'objet d'une méthode visée à l'article 18/2, §§ 1 et 2, et de la nature de la méthode mise en œuvre, à condition: