Tot besluit wordt in het voornoemde persartikel de vrees uitgesproken dat, zelfs al zou men die belasting heffen, de winsten die door speculatie zijn behaald bij de twee laatste pogingen tot destabilisering van munten (de Mexicaanse peso en het ineenstorten in 1992 van het Europees monetair stelsel, wat gepaard ging met de gedwongen uittreding van het pond, de lire en de peseta) van die aard waren dat zelfs een belasting van 0,1 pct. volstrekt onvoldoende zou zijn om degenen te ontmoedigen die daarbij winst gemaakt hebben.
En conclusion, l'article de presse précité exprime la crainte que, même si l'on prélevait cette taxe, les profits que la spéculation a retirés de deux des dernières opérations de déstabilisation de monnaies (celle du peso mexicain, ainsi que l'effondrement, en 1992, du système monétaire européen, accompagné de la sortie forcée de la livre, de la lire et de la peseta) furent tels que même la taxe de 0,1 p.c. aurait été absolument insuffisante pour décourager ceux qui y ont trouvé leur profit.