Vertaling van "piratenschepen waardoor de piraten minder mogelijkheden krijgen " (Nederlands → Frans) :

12. merkt op dat de inspanningen om het piraterijprobleem aan land op te lossen moeten worden opgevoerd en dat de NAVO- en de EU-operaties zo moeten worden gewijzigd dat er vanaf de kust missies tegen piraten kunnen worden uitgevoerd, zodat er rechtmatig aanvallen kunnen worden uitgevoerd op kustfaciliteiten en aanlegplaatsen voor piratenschepen, waardoor de piraten minder mogelijkheden krijgen om schepen aan te vallen;
12. estime qu'il faut redoubler d'efforts pour mettre en place des installations terrestres de lutte contre la piraterie et revoir les opérations de l'OTAN et de l'Union de manière à autoriser ces bases terrestres à attaquer en toute légalité les structures et les mouillages utilisés sur la côte par les pirates pour accueillir leurs navires, et contribuer ainsi à réduire réellement la capacité des pirates à lancer des attaques contre les navires;

« Schendt artikel 43, § 3, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken artikel 10 van de Grondwet doordat het voor functies van directeur en hoger een gelijke toewijzing aan beide taalkaders oplegt, ook wanneer het werkvolume dat op elk der taalgebieden betrekking heeft een onevenwicht vertoont waardoor de burgers, gebruikers van de openbare dienst, die behoren tot het taalgebied waarop het grootste deel van het werkvolume betrekking heeft, benadeeld zijn ten overstaan van deze die behoren tot het andere taalgebied omdat zij minder mogelijkheden krijgen om in hun taal te worden bediend en de ambtenaren die behoren tot de met het eerstgenoemde taalgebied overeenstemmende taalrol minder bevorderingskansen hebben tot de directiebetrekkingen dan hun collega's die behoren tot de taalrol die overeenstemt met het andere taalgebied ?
« L'article 43, § 3, des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, viole-t-il l'article 10 de la Constitution en ce qu'il impose une attribution égale aux deux cadres linguistiques pour les fonctions de directeur et au-dessus, même lorsque le volume de travail qui concerne chacune des régions linguistiques présente un déséquilibre, ce qui a pour effet que les citoyens, utilisateurs du service public, qui appartiennent à la région linguistique à laquelle a trait la plus grande partie du volume de travail sont préjudiciés par rapport à ceux qui appartiennent à l'autre région linguistique, parce qu'ils ont moins de possibilités d'être servis dans leur langue, et que les fonctionnaires du rôle linguistique correspondant à la région linguistique nommée en premier lieu ont moins de possibilités de promotion aux emplois de direction que leurs collègues du rôle linguistique correspondant à l'autre région linguistique ?

« Schendt artikel 43, § 3, van de op 18 juli 1966 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken artikel 10 van de Grondwet doordat het voor functies van directeur en hoger een gelijke toewijzing aan beide taalkaders oplegt, ook wanneer het werkvolume dat op elk der taalgebieden betrekking heeft een onevenwicht vertoont waardoor de burgers, gebruikers van de openbare dienst, die behoren tot het taalgebied waarop het grootste deel van het werkvolume betrekking heeft, benadeeld zijn ten overstaan van deze die behoren tot het andere taalgebied omdat zij minder mogelijkheden krijgen om in hun taal te worden bediend en de ambtenaren die behoren tot de met het eerstgenoemde taalgebied overeenstemmende taalrol minder bevorderingskansen hebben tot de directiebetrekkingen dan hun collega's die behoren tot de taalrol die overeenstemt met het andere taalgebied ?
« L'article 43, § 3, des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, viole-t-il l'article 10 de la Constitution en ce qu'il impose une attribution égale aux deux cadres linguistiques pour les fonctions de directeur et au-dessus, même lorsque le volume de travail qui concerne chacune des régions linguistiques présente un déséquilibre, ce qui a pour effet que les citoyens, utilisateurs du service public, qui appartiennent à la région linguistique à laquelle a trait la plus grande partie du volume de travail sont préjudiciés par rapport à ceux qui appartiennent à l'autre région linguistique, parce qu'ils ont moins de possibilités d'être servis dans leur langue et que les fonctionnaires du rôle linguistique correspondant à la région linguistique nommée en premier lieu ont moins de possibilités de promotion aux emplois de direction que leurs collègues du rôle linguistique correspondant à l'autre région linguistique ?