5. is van oordeel dat handhaving van activiteiten of filialen in niet-meewerkende landen in strijd is met de langetermijnbelangen van ondernemingen in het algemeen en verlangt dat een Europese strategie ter bestrijding van belastingparadijzen wordt ontwikkeld, om op die manier uitvoering te geven aan de door de G20 in Londen en Pittsburgh gedane toezeggingen;
5. considère que le maintien d'activités ou de filiales dans des territoires non coopératifs est contraire aux intérêts à long terme des entreprises dans leur ensemble, et demande qu’une stratégie européenne de lutte contre les paradis fiscaux soit développée afin de concrétiser les annonces faites par le G 20 à Londres et à Pittsburgh;