1. De bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming kan, mits de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong daarmee instemt, voor wetenschappelijke doeleinden toestemming verlenen voor verplaatsingen van gehouden landdieren naar het grondgebied van die lidstaat die niet voldoen aan de voorschriften van de afdelingen 1 tot en met 5 van dit hoofdstuk, met uitzondering van de artikelen 121 en 122, artikel 123, lid 1), onder a), ii) en artikel 124.
1. Sous réserve de l’accord de l’autorité compétente du lieu d’origine, l’autorité compétente du lieu de destination peut autoriser, vers le territoire de son État membre, des mouvements d’animaux terrestres détenus à des fins scientifiques qui ne répondent pas aux dispositions des sections 1 à 5, à l’exception des articles 121 et 122, de l’article 123, paragraphe 1, point a) ii), et de l’article 124.