Art. 5. § 1. Voor nieuwe aanplantingen dient men de standplaats, de soort (appel of peer), de cultivar, de onderstam en het plantsysteem zo te kiezen en onderling af te stemmen zodat men een garantie heeft voor regelmatige oogsten van kwaliteitsfruit met een minimum aan scheikundige middelen.
Art. 5. § 1. Pour les nouveaux vergers, l'emplacement, l'espèce fruitière (pommier ou poirier), la variété, le sujet porte-greffe et le système de plantation doivent être choisis de manière à garantir des productions régulières de fruits de qualité avec un minimum de produits agrochimiques.