2.3. De omschakelingsperiode bedoeld in punt 2.2.1 van bijlage I. B van de Verordening is teruggebracht op 12 weken voor pluimvee bestemd voor de eierproductie, en vastgelegd op 4 maanden voor konijnen, op 8 maanden voor struisvogels, en op 12 maanden voor hertachtigen.
2.3. La période de conversion visée au point 2.2.1 de l'annexe I. B du Règlement, est portée à 12 semaines pour les volailles destinées à la production d'oeufs, et est fixée à 4 mois pour les lapins, à 8 mois pour les autruches, et à 12 mois pour les cervidés.