Het Comité I vindt echter dat de agenten van de inlichtingendiensten niet de bevoegdheid moeten krijgen om huiszoekingen te verrichten noch om over te gaan tot andere onderzoeksmaatregelen met gerechtelijke doeleinden; deze prerogatieven moeten tot de bevoegdheden van de politiediensten blijven behoren.
Le Comité R estime pour sa part que les agents des services de renseignement ne doivent pas recevoir la compétence d'effectuer des perquisitions, ni d'autres mesures d'instruction à des fins judiciaires; ces prérogatives doivent rester des attributions des services de police.