Aangezien de talrijke voordrachten tot aanwijzing door de politieraad van de politiezone « Basse-Meuse » ingevolge het onderzoek van de voormelde kandidaturen nog niet tot de regelmatige aanwijzing van een korpschef van de lokale politie van die zone hebben geleid, staat het in beginsel aan die politieraad om een nieuwe voordracht aan de Koning te doen, rekening houdend met de rangschikking van de kandidaten door de met toepassing van artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 opgerichte commissie (RvSt, 8 mei 2012, nr. 219.271, Lambert).
Les multiples propositions de désignation faites par le conseil de police de la zone de police « Basse-Meuse » à la suite de l'examen des candidatures précitées n'ayant pas encore conduit à la désignation régulière d'un chef de corps de la police locale de cette zone, il appartient, en principe, à ce conseil de police de faire une nouvelle proposition au Roi en tenant compte du classement des candidats par la commission instituée en application de l'article 3, § 1, de l'arrêté royal du 31 octobre 2000 (CE, 8 mai 2012, n° 219.271, Lambert).