Wanneer de Administratie, zoals voorgeschreven bij artikel 21, § 1, tweede lid, op basis van de in het Rijksregister van de natuurlijke personen beschikbare gegevens in staat is vast te stellen wie potentiële rechthebbende is op het overlevingspensioen, dient zij dat recht toe te kennen of minstens, indien de wetgever ervoor kiest de toekenning op algemene wijze afhankelijk te stellen van het indienen van een aanvraag (zie B.6), de potentiële rechthebbenden aan hun aanspraak te herinneren.
Lorsque l'Administration, comme le prescrit l'article 21, § 1, alinéa 2, est en mesure de constater, sur la base des renseignements disponibles au Registre national des personnes physiques, qui sont les ayants droit potentiels à la pension de survie, elle doit accorder ce droit ou tout au moins, si le législateur choisit de subordonner de manière générale l'octroi à l'introduction d'une demande (voir B.6), rappeler leurs droits aux ayants droit potentiels.