Het examen omvat een reeks meerkeuzevragen (op het niveau van het lager middelbaar onderwijs) betreffende praktische en logische organisatieproblemen, de gebruikelijke kennis van het Nederlands (spelling, begrijpen van tekstjes, |PO) en de basisbewerkingen van de rekenkunde.
Cette épreuve comportera une série de questions à choix multiple, du niveau de l'enseignement secondaire inférieur, concernant des problèmes d'organisation pratique et logique, l'utilisation courante de langue maternelle (orthographe, compréhension de textes,.), les opérations arithmétiques de base.