Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Prejudiciële vraag
Verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Vertaling van "prejudiciële vraag ingediend " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

demande de question préjudicielle


prejudiciële vraag

question posée à titre préjudiciel | question préjudicielle


aan het Hof van Justitie een prejudiciele vraag voorleggen

saisine de la Cour de justice à titre préjudiciel
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Het dossier met betrekking tot de prejudiciële vraag ingediend bij het Grondwettelijk Hof werd toevertrouwd, in samenwerking met het Departement Justitie, aan de advocaat die de minister van Justitie vertegenwoordigd in de zaak ten gronde, meester Renson.

Le dossier relatif à la question préjudicielle introduite auprès de la Cour constitutionnelle a été confiée, en collaboration avec le département de la Justice, à l'avocat qui représente le ministre de la Justice dans l'affaire du fond, maître Renson.


In de zomer van 2013 zijn door Duitse rechters drie verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend: de (aanhangige) zaken C-473/13 (Bero) en C-514/13 (Bouzalmate) betreffende de vraag of de lidstaten op grond van artikel 16, lid 1, van de richtlijn verplicht zijn personen jegens wie een terugkeermaatregel loopt in speciale voor bewaring bestemde inrichtingen onder te brengen indien dergelijke inrichtingen enkel in een aantal regionale subentiteiten van deze lidstaat bestaan (en niet in andere).

Trois demandes de décision préjudicielle ont été présentées par des juridictions allemandes durant l'été 2013: dans les affaires C-473/13 (Bero) et C-514/13 (Bouzalmate) (en cours), la Cour a été saisie de la question de savoir si un État membre est tenu, en vertu de l’article 16, paragraphe 1, de la directive de retenir les personnes faisant l'objet d'une mesure de retour dans un centre de rétention spécialisé si de tels centres n'existent que dans certaines des subdivisions régionales dudit État (et dans d’autres non).


- In het voorjaar van 2013 zijn met betrekking tot deze kwestie door Franse rechters twee verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend: de (aanhangige) zaken C-166/13 (Mukarubega) en C-249/13 (Boudjilida) betreffen de vraag of het recht op grond van artikel 41, lid 2, van het Handvest om te worden gehoord vóór een beslissing wordt genomen van toepassing is op terugkeerprocedures (Mukarubega), en het verzoek de exacte inhoud van dit recht nader toe te lichten (Boudjilida).

Deux questions préjudicielles ont été posées à ce sujet par des juges français au printemps 2013: dans les affaires C-166/13 (Mukarubega) et C-249/13 (Boudjilida) (en cours), la Cour a été invitée à se prononcer sur la question de savoir si le droit d’être entendu avant qu’une décision ne soit prise au titre de l’article 41, paragraphe 2, de la charte s’applique aux procédures de retour (Mukarubega) et à préciser la portée exacte de ce droit (Boudjilida).


Vanwege de feiten uiteengezet in B.3 is de prejudiciële vraag niet nuttig voor het onderzoek van de bij de verwijzende rechter ingediende klacht en behoeft zij bijgevolg geen antwoord.

En raison des faits exposés en B.3, la question préjudicielle n'est pas utile à l'examen de la plainte portée devant le juge a quo et, partant, n'appelle pas de réponse.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In de zaak nr. 6324 wordt het Hof van Cassatie een fout verweten wegens miskenning van het Europees Unierecht omdat het zonder motivering zou hebben geweigerd een prejudiciële vraag te stellen aan het Hof van Justitie, doordat de memorie waarin het verzoek daartoe werd gedaan, laattijdig zou zijn ingediend.

Dans l'affaire n° 6324, il est reproché à la Cour de cassation d'avoir commis une faute en violant le droit de l'Union européenne, parce qu'elle aurait refusé, sans motivation, de poser une question préjudicielle à la Cour de justice, parce que le mémoire dans lequel cette demande était formulée aurait été introduit tardivement.


Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging a. Bij vonnis van 8 mei 2015 in zake Michel Michiels tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 1 juni 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, gelezen ...[+++]

Moerman, E. Derycke et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet des questions préjudicielles et procédure a. Par jugement du 8 mai 2015 en cause de Michel Michiels contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 1 juin 2015, le Tribunal de première instance de Louvain a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 57 du Code des impôts sur les revenus 1992, combiné avec l'article 197, alinéa 2, du même Code, tel qu'il a été modifié par l'article 28 de la loi-programme du 19 décembre 2014, viole-t-il ...[+++]


». b. Bij arrest van 24 juni 2015 in zake Robert Peeters tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 augustus 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in combinatie met artikel 53, 2° van het zelfde wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet in samenhang met de artikelen 170 en 172 van dezelfde Grondwet, doordat de fiscale aftrekbaarheid in de personenbelasting van een aantal kosten vermeld in artikel 57 WIB 1992 ...[+++]

». b. Par arrêt du 24 juin 2015 en cause de Robert Peeters contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 18 août 2015, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 57 du Code des impôts sur les revenus 1992 (CIR 92), combiné avec l'article 53, 2°, du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11, combinés avec les articles 170 et 172, de la Constitution coordonnée en ce que la déductibilité fiscale à l'impôt des personnes physiques d'un certain nombre de dépenses mentionnées à l'article 57 du CIR 92 est subordonnée à la condition qu'elles soient justifiées par des fiches ...[+++]


In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht het stelsel dat van toepassing is op de belastingplichtigen die ambtshalve worden belast op grond van artikel 342, § 1, van het WIB 1992 te vergelijken met het stelsel dat van toepassing is op de belastingplichtigen die ambtshalve worden belast op grond van artikel 342, § 3, van het WIB 1992, omdat zij geen aangifte hebben ingediend of omdat zij die aangifte niet tijdig hebben ingediend.

La question préjudicielle invite la Cour à comparer le régime applicable aux contribuables taxés d'office sur la base de l'article 342, § 1, du CIR 1992 avec celui qui est applicable aux contribuables taxés d'office sur la base de l'article 342, § 3, du CIR 1992 parce qu'ils n'ont pas remis de déclaration ou qu'ils ont remis cette déclaration tardivement.


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 31 oktober 2014 in zake An Ruyters tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 december 2014, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 42, § 2, 2°, van het Vlaamse decreet van 22 december 1995 houdende bepalin ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le juge A. Alen, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 31 octobre 2014 en cause de An Ruyters contre la Région flamande, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 décembre 2014, le Tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : « L'article 42, § 2, 2°, du décret flamand du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996, tel qu'il a été modifié par l'a ...[+++]


Anders dan de Franse versie van het advies, onderstreept de Nederlandse versie terecht dat, in de rechtspraak van het Hof van Justitie, de omstandigheid waarin bij het Hof reeds een prejudiciële vraag met hetzelfde onderwerp werd ingediend, een verzwakking vormt van de verplichting voor de nationale rechter om, in het kader van een zaak die spoedeisend is, aan het Hof een prejudiciële vraag te stellen.

La version néerlandaise de l'avis, à la différence de sa version française, souligne ainsi, à juste titre, que dans la jurisprudence de la Cour de Justice, la circonstance que cette Cour est déjà saisie d'une question préjudicielle ayant le même objet constitue, dans le cadre d'une affaire urgente, une atténuation à l'obligation pour le juge national de poser à la Cour une question préjudicielle.




Anderen hebben gezocht naar : prejudiciële vraag     prejudiciële vraag ingediend     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prejudiciële vraag ingediend' ->

Date index: 2024-02-02
w