Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «prejudiciële vraag onontvankelijk moeten » (Néerlandais → Français) :

De appellante voor de verwijzende rechter voert aan dat het niet aan het Hof staat zich uit te spreken over « theoretische, hypothetische, onbestaande en/of virtuele » vragen : aangezien de bestreden beslissing en de stukken met betrekking tot de betwisting wel degelijk ter griffie van het hof van beroep zouden zijn neergelegd door de bestendige deputatie, zou de prejudiciële vraag onontvankelijk moeten worden verklaard.

L'appelante devant le juge a quo fait valoir qu'il n'appartient pas à la Cour de se prononcer sur des questions « théoriques, hypothétiques, inexistantes et/ou virtuelles » : dès lors que la décision attaquée et les pièces relatives à la contestation auraient bel et bien été déposées au greffe de la cour d'appel par la députation permanente, la question préjudicielle devrait être déclarée irrecevable.


stelt vast dat de prejudiciële vraag onontvankelijk is.

constate que la question préjudicielle est irrecevable.


Op 19 januari 2017 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en A. Alen, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat de prejudiciële vraag onontvankelijk is.

Le 19 janvier 2017, en application de l'article 71, alinéa 1, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les juges-rapporteurs J.-P. Moerman et A. Alen ont informé le président qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la question préjudicielle est irrecevable.


De Ministerraad is van mening dat de prejudiciële vraag onontvankelijk is omdat zij niet de categorieën van personen vermeldt die zouden moeten worden vergeleken en omdat de verwijzing naar artikel 6.3, c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, als referentienorm, niet pertinent is in het kader van het onderzoek van die vraag.

Le Conseil des ministres estime que la question préjudicielle est irrecevable dès lors qu'elle ne mentionne pas les catégories de personnes qui devraient être comparées et que l'invocation de l'article 6.3, c), de la Convention européenne des droits de l'homme, en tant que norme de référence, n'est pas pertinente dans le cadre de l'examen de cette question.


Op 5 oktober 2016 hebben de rechters-verslaggevers J.-P. Moerman en A. Alen, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat de prejudiciële vraag onontvankelijk is.

Le 5 octobre 2016, en application de l'article 71, alinéa 1, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les juges-rapporteurs J.-P. Moerman et A. Alen ont informé le président qu'ils pourraient être amenés à proposer à la Cour, siégeant en chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la question préjudicielle est irrecevable.


Moerman, E. Derycke en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 230.075 van 2 februari 2015 in zake Raoul Thybaut en anderen tegen het Waalse Gewest, tussenkomende partijen : de gemeente Orp-Jauche en de nv « Bodymat », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 februari 2015, heeft de Raad van State ...[+++]

Moerman, E. Derycke et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par arrêt n° 230.075 du 2 février 2015 en cause de Raoul Thybaut et autres contre la Région wallonne, parties intervenantes : la commune d'Orp-Jauche et la SA « Bodymat », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 février 2015, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : « - L'article 127, § 1, alinéa 1, 8°, du Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme, du patrimoine et de l'énerg ...[+++]


Die materiële vergissing verantwoordt niet dat de prejudiciële vraag deels onontvankelijk zou worden verklaard zoals de Ministerraad in hoofdorde vraagt.

Cette erreur matérielle ne justifie pas que la question préjudicielle soit déclarée partiellement irrecevable, comme le demande le Conseil des ministres à titre principal.


Moerman, E. Derycke en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 17 april 2015 in zake het openbaar ministerie en A.D. en E.D., burgerlijke partijen, tegen A.V. en de bvba « VDA Co », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden de artikelen 1, 2 en 41 [lees : 46] van de a ...[+++]

Moerman, E. Derycke et F. Daoût, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédure Par jugement du 17 avril 2015 en cause du ministère public et A.D. et E.D., parties civiles, contre A.V. et la SPRL « VDA Co », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 22 mai 2015, le Tribunal de première instance de Flandre Orientale, division Termonde, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 1, 2 et 41 [lire : 46] de la loi sur les accidents du travail violent-ils le principe d'égalité et de non- ...[+++]


Met zijn tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 318, § 1, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de vordering tot betwisting van het vaderschap die door het kind is ingesteld onontvankelijk is zodra er tussen dat kind en zijn wettige vader een bezit van staat bestaat.

Par la seconde question préjudicielle, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 318, § 1, du Code civil avec l'article 22 de la Constitution, combiné ou non avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que l'action en contestation de paternité introduite par l'enfant est irrecevable dès qu'existe entre cet enfant et son père légal une possession d'état.


Hoewel de kerken ook vinden dat het doel van harmonisatie niet is dat een communautair orgaan individuele positieve of negatieve beslissingen over bescherming neemt, vinden zij toch dat de beperkingen in het kader van Titel IV van het EG-Verdrag (art. 68) van de mogelijkheden om een prejudiciële vraag voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie, moeten worden herzien in het belang van verdergaande harmonisatie en rechterlijke toetsing.

S'il est d'accord avec le fait que l'objectif d'harmonisation n'est pas qu'un organe communautaire prenne des décisions individuelles positives ou négatives en matière de protection, il estime qu'un réexamen doit être réalisé sur les restrictions, dans le contexte du Titre IV du TCE (art. 68) aux possibilités de renvois préjudiciels à la Cour européenne de Justice afin de renforcer l'harmonisation et le contrôle juridictionnel.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prejudiciële vraag onontvankelijk moeten' ->

Date index: 2021-02-22
w