Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Prejudiciële vraag
Verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Traduction de «prejudiciële vraag wenst » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

demande de question préjudicielle


aan het Hof van Justitie een prejudiciele vraag voorleggen

saisine de la Cour de justice à titre préjudiciel


prejudiciële vraag

question posée à titre préjudiciel | question préjudicielle
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Met de eerste en tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of die bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer zij aldus wordt geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer, zonder dat hierbij een bijzonder juridisch belang moet worden aangetoond (eerste prejudiciële vraag), dan wel dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer, waarbij het een bijzonder juridisch belang moet aantonen (tweede prejudiciële vraag).

Par les première et deuxième questions préjudicielles, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à l'encontre d'une ordonnance de la chambre du conseil, sans qu'un intérêt juridique particulier doive être démontré (première question préjudicielle), ou selon laquelle le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à l'encontre d'une ordonnance de la chambre du conseil, tout en devant démontrer un intérêt juridique particulier (deuxième question préjudicielle).


Met de derde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 135, § 1, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat het openbaar ministerie slechts een ontvankelijk hoger beroep kan instellen tegen een beschikking van de raadkamer waarbij hetgeen het openbaar ministerie heeft gevorderd niet werd gevolgd, voor zover het openbaar ministerie bij schriftelijke conclusie een middel als bedoeld in artikel 135, § 2, van het Wetboek van strafvordering heeft aangevoerd voor de raadkamer.

Par la troisième question préjudicielle, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 135, § 1, du Code d'instruction criminelle avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le ministère public est recevable à interjeter appel d'une ordonnance de la chambre du conseil non conforme à ses réquisitions pour autant seulement qu'il ait invoqué devant la chambre du conseil, par conclusions écrites, un moyen visé à l'article 135, § 2, du Code d'instruction criminelle.


In een eerste prejudiciële vraag wenst het verwijzende rechtscollege van het Hof te vernemen of het voormelde artikel 37 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een onderscheiden lot voorbehoudt aan de verschillende soorten van schuldvorderingen die beantwoorden aan prestaties uitgevoerd in de periode van gerechtelijke reorganisatie, naar gelang van de wettelijke of contractuele oorsprong ervan.

Par une première question préjudicielle, la juridiction a quo demande à la Cour si l'article 37 précité est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il réserve un sort distinct aux différents types de créances se rapportant à des prestations effectuées en période de réorganisation judiciaire, selon leur origine légale ou contractuelle.


In een tweede prejudiciële vraag wenst het verwijzende rechtscollege van het Hof te vernemen of artikel 37 van de WCO, in die zin geïnterpreteerd dat de schuldvordering van de btw-administratie die beantwoordt aan prestaties uitgevoerd ten aanzien van de schuldenaar in de periode van gerechtelijke reorganisatie, geen boedelschuld kan uitmaken wegens het specifieke karakter van de btw-schulden, in tegenstelling tot de schulden inzake bedrijfsvoorheffing, die deel uitmaken van de brutobezoldiging van de werknemer en die het voordeel van het statuut van boedelschuld kunnen genieten, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet i ...[+++]

Par une seconde question préjudicielle, la juridiction a quo demande à la Cour si, interprété en ce sens que la créance de l'Administration de la TVA se rapportant à des prestations effectuées à l'égard du débiteur en période de réorganisation judiciaire ne peut constituer une dette de la masse en raison du caractère spécifique des dettes de TVA, à la différence des dettes de précompte professionnel, lesquelles font partie de la rémunération brute du travailleur et peuvent bénéficier du statut de dette de la masse, l'article 37 de la ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In een tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of een afstanddoende partij « aanspraak [kan] maken op het voordeel van artikel 1017 van het Gerechtelijk Wetboek ».

Par une seconde question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si la partie qui se désiste peut « revendiquer le bénéfice de l'article 1017 du Code judiciaire ».


Met de derde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of het recht op het ongestoord genot van het eigendomsrecht wordt geschonden ten aanzien van de voormelde mede-eigenaar, doordat geen billijk evenwicht zou bestaan tussen de eisen van het algemeen belang en het particuliere eigendomsrecht, zodat hem een onevenredig grote last wordt opgelegd.

Dans la troisième question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si le droit au respect de la propriété est violé à l'égard du copropriétaire précité, en ce qu'il n'existerait pas un juste équilibre entre les exigences de l'intérêt général et le droit de propriété particulier, de sorte qu'une charge excessive est imposée à ce copropriétaire.


Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden ten nadele van de voormelde mede-eigenaar, doordat hij in dat geval een vergoeding ten belope van de helft van de opbrengstwaarde van de woning verschuldigd is, terwijl het gemeen contractenrecht en het gemeen aansprakelijkheidsrecht slechts een foutloze vergoedingsplicht zouden kennen voor degene die een risicoscheppende activiteit aan de dag heeft gelegd.

Dans la deuxième question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si le principe d'égalité et de non-discrimination est violé au détriment du copropriétaire précité, en ce que celui-ci est redevable dans ce cas d'une indemnité à concurrence de la moitié de la valeur de rapport de l'habitation, alors que le droit commun des contrats et le droit commun de la responsabilité ne connaîtraient une obligation d'indemnisation sans faute qu'à charge de celui qui a exercé une activité à risque.


Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden ten nadele van de mede-eigenaar die wordt geconfronteerd met een deelgenoot die zijn recht op het genot van de woning vrijwillig niet in natura uitoefent, doordat hij in dat geval een vergoeding ten belope van de helft van de opbrengstwaarde van de woning verschuldigd is, terwijl de medehuurders van een gemeenschappelijk gehuurde zaak, de medevruchtgebruikers van een gemeenschappelijk in vruchtgebruik zijnde zaak, de mede-erfpachters, de medehouders van een recht van opstal en de mede ...[+++]

Dans la première question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si le principe d'égalité et de non-discrimination est violé au détriment du copropriétaire qui est confronté à un indivisaire n'exerçant délibérément pas en nature son droit de jouissance de l'habitation, en ce qu'il est redevable dans ce cas d'une indemnité à concurrence de la moitié de la valeur de rapport de l'habitation, alors que les colocataires d'un bien loué en commun, les co-usufruitiers d'un bien commun en usufruit, les co-emphytéotes, les cosuperficiaires et les cotitulaires d'un droit d'usage et d'habitation ne seraient pas tenus au paiement d'une indemn ...[+++]


Met het tweede onderdeel van de prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of de wet van 22 november 2013 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat zij een zekerheidstelling mogelijk maakt voor in rechte betwiste schuldvorderingen ten aanzien van herstructurerende vennootschappen (artikelen 684 en 766 van het Wetboek van vennootschappen), terwijl niet in diezelfde mogelijkheid werd voorzien wat betreft in rechte betwiste vorderingen ten aanzien van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die besluit tot kapitaalvermindering (artikel 317 van het Wetboek van vennootschappe ...[+++]

Dans la seconde branche de la question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si la loi du 22 novembre 2013 est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle permet d'exiger de sociétés en restructuration une sûreté pour des créances faisant l'objet d'une réclamation introduite en justice (articles 684 et 766 du Code des sociétés), alors que cette possibilité n'est pas prévue pour les créances faisant l'objet d'une réclamation en justice contre des sociétés privées à responsabilité limitée qui décident de procéder à une réduction de capital (article 317 du Code des sociétés).


Met het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 2 van de wet van 22 november 2013 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het de schuldeisers mogelijk maakt een zekerheid te eisen van een naamloze vennootschap die besloten heeft tot een reële kapitaalvermindering, voor de schuldvorderingen waarvoor in rechte of via arbitrage een bezwaar werd ingesteld vóór de algemene vergadering die zich over de kapitaalvermindering moet uitspreken (artikel 613 van het Wetboek van vennootschappen), terwijl niet in diezelfde mogelijkheid werd voorzien ten aanzien ...[+++]

Dans la première branche de la question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si l'article 2 de la loi du 22 novembre 2013 est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il permet aux créanciers de sociétés anonymes ayant décidé de procéder à une réduction effective de capital d'exiger une sûreté pour les créances faisant l'objet d'une réclamation introduite en justice ou par voie d'arbitrage avant l'assemblée générale appelée à se prononcer sur la réduction de capital (article 613 du Code des sociétés), alors que cette même possibilité n'a pas été prévue pour les créanciers de sociétés ayant une autre for ...[+++]




D'autres ont cherché : prejudiciële vraag     prejudiciële vraag wenst     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prejudiciële vraag wenst' ->

Date index: 2021-07-08
w