« Art. 41 bis. De universitaire instellingen die ten laste van de werkingstoelagen bepaald in artikel 25 personen aanwerven die vroeger door het patrimonium bezoldigd werden in afwijking van artikel 41 en van de wetten, decreten en verordeningen tot vaststelling van het statuut van het personeel van de universitaire instellingen van de Franse Gemeenschap, kunnen deze ambtenaren, bij hun aanwerving, de graad en de anciënniteit toekennen die ze genoten op voorwaarde dat ze de graad en de anciënniteit die ze zouden kunnen hebben verkrege
n als deze vroegere prestaties uitgevoerd waren geweest in naleving van de wetten, decreten en verordenin
...[+++]gen die van toepassing zijn op het personeel bezoldigd door de werkingstoelagen bepaald in artikel 25».« Art. 41 bis. Les institutions universitaires qui recrutent à charge des allocations de fonctionnement définies à l'article 25, des personnes précédemment rémunérées par le patrimoine, par dérogation à l'article 41, et aux lois, décrets et règlements fixant le statut du personnel des institutions universitaires de la Communauté française, peuvent accorder à ces agents, lors de leur recrutement, le grade et l'ancienneté dont ils bénéficiaient à condition qu'ils obtiennent le grade et l'ancienneté qu'ils auraien
t pu obtenir si ses prestations antérieures avaient été effectuées dans le respect des lois, décrets et règlements qui s'applique
...[+++]nt au personnel rémunéré à charge des allocations de fonctionnement définies à l'article 25».