Die amendementen hadden betrekking op de omkering van de bewijslast, op het feit dat ook een arbeidsgeneesheer preventieadviseur zou moeten kunnen zijn, op de procedure die werd toegepast voor inlassing van bepalingen in het arbeidsreglement en de anonimiteit van de getuigen. Die amendementen werden dus alle verworpen.
Ces amendements portaient sur le renversement de la charge de la preuve, sur le fait qu'un médecin du travail devrait aussi pouvoir être conseiller en prévention, sur la procédure suivie pour insérer des dispositions dans le règlement de travail et sur l'anonymat des témoins.