Het Grondwettelijk Hof heeft deze bevoegdheid echter op een beperkende manier geïnterpreteerd : de gemeenschappen en gewesten kunnen de prijzen bepalen in de aangelegenheden waarvoor zij bevoegd zijn, zonder dat dit afbreuk mag doen aan de algemene federale bevoegdheid inzake prijsbeleid.
La Cour constitutionnelle a néanmoins interprété cette compétence de façon restrictive: les communautés et les régions peuvent fixer les prix dans les matières qui relèvent de leurs compétences, sans empiéter sur la compétence fédérale générale en matière de politique des prix.