Bovendien voert de Ministerraad aan dat, aangezien « de wetgever toekenningsvoorwaarden van de gezinsbijslag heeft vastgelegd ten aanzien van de rechthebbende, die losstaan van het kind, het verschil in behandeling dus dient te worden beoordeeld ten aanzien van de rechthebbenden en niet ten aanzien van de kinderen, die in principe het lot volgen dat is voorbehouden aan de persoon die ze ten laste heeft ».
En outre, le Conseil des ministres avance que dès lors que « le législateur a fixé des conditions d'octroi des prestations familiale dans le chef de l'attributaire, indépendantes de l'enfant », la « différence de traitement doit donc s'apprécier dans le chef des attributaires et non dans le chef des enfants, qui suivent en principe le sort réservé à la personne à charge de laquelle ils se trouvent ».