Het is daarentegen niet verantwoord dat het bedrag van het rolrecht, dat met toepassing van paragraaf 5, eerste lid, van artikel 39/68-1 van de wet van 15 december 1980 wordt « voorgeschoten » door de verzoekende partij, haar niet kan worden terugbetaald wanneer zij later aan de griffie de documenten kan toezenden die bewijzen dat zij recht heeft op het voordeel van de pro deo.
En revanche, il n'est pas justifié que le montant du droit de rôle, qui est, en application du paragraphe 5, alinéa 1, de l'article 39/68-1 de la loi du 15 décembre 1980, « avancé » par la partie requérante, ne puisse pas lui être restitué lorsqu'elle peut, ultérieurement, faire parvenir au greffe les documents prouvant qu'elle a droit au bénéfice du pro deo.