51. verzoekt de Commissie en de lidstaten om een geharmoniseerd en bet
rouwbaar instrument voor de identificatie van onbegeleide minderjarigen in het leven te roepen – via toepassing van de jongste technologieën zoals het gebruik van biometrische gegevens – en gemeenschappelijke regels in te stellen inzake betwistingen van de leeftijd; wijst in dit verband ero
p dat gedurende een procedure inzake de betwisting van de leeftijd de persoon in kwestie, uit hoofde van het voorzorgsbeginsel en totdat de procedure is afgesloten, als minderjar
...[+++]ige moet worden beschouwd, en dus ook als zodanig moet worden behandeld, en dat indien redelijke twijfel over de ware leeftijd van de minderjarige bestaat, deze twijfel in zijn voordeel moet werken;
51. demande à la Commission et aux États membres de mettre en place un mécanisme harmonisé et fiable d'identification des mineurs non accompagnés - en recourant aux technologies les plus récentes, telles que l'utilisation des données biométriques - et des règles communes concernant les contestations d'âge; rappelle à ce titre que, durant une procédure de contestation d'âge, la personne concernée doit, par précaution, être considérée comme mineure jusqu'à la fin de la procédure, et doit donc être traitée comme telle, et que, lorsqu'il subsiste un doute raisonnable quant à l'âge du mineur, ce doute doit être en sa faveur;