Art. 282. Als de betrokken ambtenaar er schriftelijk van afgezien heeft gehoord te worden of niet verschenen is op de hoorzitting zonder geldige reden, stelt de tuchtoverheid, naargelang het geval, hetzij een proces-verbaal van weigering binnen de vier dagen vanaf het schriftelijk afzien, hetzij een proces-verbaal van niet-verschijning binnen de vier dagen vanaf de hoorzitting.
Art. 282. Si l'agent en cause a renoncé par écrit à être entendu ou ne s'est pas présenté à l'audition sans motif valable, l'autorité disciplinaire établit, selon le cas, soit un procès-verbal de renonciation dans les quatre jours à dater de la renonciation par écrit, soit un procès-verbal de non-comparution dans les quatre jours à dater de l'audition.