Het Comité heeft vastgesteld dat de eentaligheid van de taalgebieden eigenlijk wordt bekrachtigd door artikel 11 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, dat het volgende bepaalt : « De processen-verbaal betreffende de opsporing en de vaststelling van misdaden, wanbedrijven en overtredingen [.] worden in het Franse taalgebied in het Frans, in het Nederlands taalgebied in het Nederlands en in het Duitse taalgebied in het Duits gesteld.
La Comité a constaté que l'unilinguisme des régions était, en réalité, consacré par l'article 11 de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire qui stipule que: « Les procès-verbaux relatifs à la recherche et à la constatation de crimes, de délits et de contraventions [.] sont rédigés en français dans la région de langue française, en néerlandais dans la région de langue néerlandaise et en allemand dans la région de langue allemande.