5. Wanneer het uit te voeren programma een regionaal of grensoverschrijdend karakter heeft, kan volgens de procedure van artikel 13, lid 2, met het oog op de samenhang en doeltreffendheid van de Gemeenschapssteun worden besloten dat bevolkingsgroepen van andere ontwikkelingslanden die niet tot de betrokken regio behoren, van het programma kunnen profiteren.
5. Pour assurer la cohérence et l’efficacité de l’aide communautaire, lorsque le programme ou le projet à réaliser est de nature régionale ou transfrontalière, il peut être décidé, conformément à la procédure visée à l'article 13, paragraphe 2, que les populations d’autres pays en développement, n'appartenant pas à la région concernée, peuvent bénéficier du programme en cause.