Officieren en onderofficieren van het aanvullend kader die sociale promotie maken en daarna naar het beroepskader overgaan, vallen, gezien hun leeftijd en hun aantal jaren dienst in de graad, onder de toepassing van het " gemengd loopbaanconcept" , met andere woorden zij worden op gevorderde leeftijd onderworpen aan minimum één oriëntatiepunt in tegenstelling tot de gelijkgestelde officieren die de inspanning om beroepsofficier of beroepsonderofficier te worden niet geleverd hebben.
Les officiers et sous-officiers du cadre de complément qui bénéficient d'une mesure de promotion sociale et passent ensuite au cadre de carrière relèvent, vu leur âge et le nombre d'années de service dans leur grade, du champ d'application du concept de " carrière mixte " , c'est-à-dire qu'ils sont soumis, à un âge avancé, à un minimum d'un point d'orientation, contrairement aux officiers assimilés qui n'ont pas fait l'effort de devenir officiers de carrière ou sous-officiers de carrière.