Tot de maatregelen van bewaring, behoeding en opvoeding die de jeugdrechtbank krachtens artikel 37, § 2, van de wet van 8 april 1965, vervangen bij artikel 7, 2°, van de wet van 13 juni 2006,
ten aanzien van een minderjarige kan nemen, behoren onder meer het volgen van een ambulante
behandeling bij een psychologische of psychiatrische dienst, bij een dienst voor seksuele opvoeding of bij een dienst die deskundig is op het gebied van alcohol- of drugverslaving (5°), het toevertrouwen aan een rechtspersoon die voorstelt de verwezenlijki
...[+++]ng van een positieve prestatie te begeleiden, die bestaat in hetzij een opleiding, hetzij de deelname aan een georganiseerde activiteit (6°), het plaatsen in een ziekenhuisdienst (9°) en het overgaan tot residentiële plaatsing in een dienst die deskundig is op het gebied van alcohol- of drugverslaving, of enige andere vorm van verslaving, indien uit een omstandig medisch verslag, dat minder dan een maand oud is, blijkt dat de fysieke of psychische integriteit van de betrokkene niet op een andere wijze kan worden beschermd (10°).Font notamment partie des mesures de garde, de préservation et d'éducation que le tribunal de la jeunesse peut pre
ndre à l'égard d'un mineur, en vertu de l'article 37, § 2, de la loi du 8 avril 1965, remplacé par l'article 7, 2°, de la loi du 13 juin 2006, l'obligation de suivre un traitement ambulatoire
auprès d'un service psychologique ou psychiatrique, auprès d'un service d'éducation sexuelle ou auprès d'un service compétent dans le domaine de l'alcoolisme ou de la toxicomanie (5°), le fait de le confier à une personne morale propo
...[+++]sant l'encadrement de la réalisation d'une prestation positive consistant soit en une formation soit en la participation d'une activité organisée (6°), le placement dans un service hospitalier (9°) et le placement résidentiel dans un service compétent en matière d'alcoolisme, de toxicomanie ou de toute autre dépendance, si un rapport médical circonstancié, datant de moins d'un mois, atteste que l'intégrité physique ou psychique de l'intéressé ne peut être protégée d'une autre manière (10°).