In het geval van het WCT zijn de desbetreffende bepalingen omvat in Artikel 8, dat als volgt luidt : « Onverminderd de bepalingen van de artikelen 11, 1), 2º), 11bis, 1), 1º) en 2º), 11ter, 1), 2º), 14, 1), 2º) en 14bis, 1) van de Berner Conventie,
hebben auteurs van werken van letterkunde en kunst het uitsluitend recht om toestemming te verlenen voor het per draad of langs draadloze weg mededelen van
hun werken aan het publiek, met inbegrip van het op zodanige wij
ze voor het publiek beschikbaar ...[+++] stellen van hun werken dat deze voor leden van het publiek beschikbaar zijn vanaf een door hen gekozen plaats en op een door hen gekozen tijdstip ».
Quant au WCT, les dispositions visées sont inscrites à l'article 8: « Sans préjudice des dispositions des articles 11, alinéa 1), 2º), 11bis, alinéa 1), 1º) et 2º), 11ter, alinéa 1), 2º), 14, alinéa 1), 2º) et 14bis, alinéa 1), de la Convention de Berne, les auteurs d'œuvres littéraires et artistiques jouissent du droit exclusif d'autoriser toute communication au public de leurs œuvres par fil ou sans fil, y compris la mise à la disposition du public de leurs œuvres de manière que chacun puisse y avoir accès de l'endroit et au moment qu'il choisit de manière individualisée ».