Overwegende mitsdien dat gebruik dient te worden gemaakt van de machtiging verl
eend bij artikel 32 quinquies van het EGKS-Verdrag, artikel 168A van het EEG-Verdrag en artikel 140A van het EGA-Verdrag, en dat aan het Gerecht de bevoegdheid moet worden overgedragen om in eerste aanleg
kennis te nemen van bepaalde categorieën van beroepen die vaak een onderzoek van ingewikkelde feiten noodzakelijk maken, te weten de beroepen ingesteld door ambtenaren of per
soneelsleden van de Instellingen ...[+++], alsmede, wat het EGKS-Verdrag betreft, de beroepen ingesteld door ondernemingen en verenigingen op het gebied van heffingen, produktie, prijzen, afspraken, concentraties, en, wat het EEG-Verdrag betreft, de beroepen ingesteld door natuurlijke of rechtspersonen op het gebied van de mededinging,considérant qu'il y a lieu, dès lors, de faire usage de l'habilitation conférée par l'article 32 quinto du traité CECA, l'article 168 A du traité CEE et l'article 140 A du traité CEEA, et de transférer au tribunal la compétence pour co
nnaître en première instance de certaines catégories de recours exigeant fréquemment l'examen de faits complexes, à savoir les recours formés par des agents des institutions ainsi que, en ce qui concerne le traité CECA, les recours formés par des entreprises et associations concernant les prélèvements, la production, les prix, les ententes et les concentrations et, en ce qui concerne le traité CEE, les reco
...[+++]urs formés par des personnes physiques ou morales en matière de concur - rence,