4. a) De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op enig kernmateriaal dat naar het redelijk oordeel van de Verdragsluitende Staat niet onder het ingevolge het eerste lid ingestelde stelsel voor externe beveiliging behoeft te vallen, rekening houden met de aard van het materiaal, de hoeveelheid en relatieve aantrekkelijkheid ervan en de mogelijke radiologische en andere gevolgen van elk ongeoorloofd handelen gericht tegen dat kernmateriaal en de actuele inschatting van de dreiging tegen dat kernmateriaal.
4. a) Les dispositions du présent article ne s'appliquent pas à toute matière nucléaire dont l'Etat partie décide raisonnablement qu'elle n'a pas à être soumise au système de protection physique établi conformément au paragraphe 1, compte tenu de sa nature, de sa quantité et de son attractivité relative, des conséquences radiologiques potentielles et autres conséquences de tout acte non autorisé dirigé contre elle et de l'évaluation actuelle de la menace la concernant.