47. wijst erop dat de beginselen van Parijs inzake nationale instellingen voor de rechten van de mens als model gebruikt dienen te worden voor de hervorming van de nationale instellingen en van het FRA, en verzoekt de Commissie en de Raad om, samen met het Europees Parlement, dringend de oprichtingsverordening van het FRA te herzien in het kader van de gewone wetgevingsprocedure, om de reikwijdte van het mandaat van het FRA te verbreden zodat dit de volledige reikwijdte van artikelen 2, 6 en 7 VEU bestrijkt, en, in het bijzonder, de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest door de instellingen, agentschappen, bureaus en organen van de EU, alsook de activiteiten van de lidstaten; is van mening dat de onafhankelijkheid van het FRA moet wo
...[+++]rden versterkt, evenals de rechten en bevoegdheden van het FRA; is van mening dat het Wetenschappelijk Comité van het FRA en het Europese netwerk FRANET zich moeten onderwerpen aan het Europees Parlement en de nationale parlementen en jaarlijks een thematisch en gerichter rapport moeten publiceren waarin de situatie in de betreffende lidstaat wordt beoordeeld, zoals het tot 2006 door het voormalig netwerk van deskundigen inzake grondrechten werd gedaan; verzoekt het FRA artikel 15 van het VWEU volledig te eerbiedigen door zijn procedures open te stellen en door via een publiek toegankelijk register toegang te verschaffen tot de documenten van het FRA, zoals voorzien in Verordening (EG) 1049/2001; 47. souligne que les principes de Paris sur les institutions nationales pour les droits de l’homme devraient servir de modèle pour réformer les institutions nationales ainsi que l’Agence des droits fondamentaux; invite la Commission et le Conseil à réviser d’urgence, avec lui, le règlement instituant l’Agence des droits fondamentaux, selon la procédure législative ordinaire, de façon à élargir son mandat pour couvrir la totalité du champ d’application des articles 2, 6 et 7 du traité UE, notamment la mise en œuvre de la Charte par les instituions, les agences, les offices et les organes de l’Union, ainsi que les activités des États membres; estime qu’il convient de renforcer l’indépendance de l’Agence des droits fondamentaux, de même que
...[+++]ses pouvoirs et ses compétences; estime que le comité scientifique de l’agence ainsi que le réseau FRANET devrait lui soumettre, ainsi qu’aux parlements nationaux, et publier chaque année, un rapport thématique et plus précis analysant la situation dans les États membres, comme le faisait jusqu’en 2006, l’ancien réseau des experts sur les droits fondamentaux; demande à l’Agence des droits fondamentaux de respecter scrupuleusement l’article 15 du traité FUE en rendant publiques ses délibérations et en donnant accès à ses documents via un registre accessible au public, comme le prévoit le règlement (CE) n 1049/2001;