30. constateert dat de Frans-Britse overeenkomst over samenwerking inzake veiligheid en defensie van 2 november 20
10 daadwerkelijk is gelanceerd buiten het kader van het Ver
drag betreffende de Europese Unie; wenst niett
emin dat deze meest recente poging tot Frans-Britse samenwerking als katalysator kan fungeren voor toekomstige vorderingen op Europees niveau in lijn met het institutioneel kader van de Unie en de logische eisen van rationalisering, interoperabiliteit en ko
...[+++]stenefficiëntie; onderstreept dat het EDA in dit verband een ondersteunende rol moet vervullen; is van oordeel dat de Frans-Britse defensiesamenwerking een routekaart moet leveren voor een doelmatigere Europese samenwerking op defensiegebied op basis van capaciteitsplanning en wederzijdse afhankelijkheid; dringt er bij de regeringen van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk op aan zich te verplichten tot toekomstige Europese regelingen voor multilateraal bundelen en delen; 30. prend acte du fait que l'accord franco-britannique du 2 novembre 2010 sur la coopération dans le domaine de la sécurité et de la défense a été initié en-dehors du cadre du traité UE; espère néanmoins que cette tentative de collaboration franco-britannique, la dernière en date, pourra servir de catalyseur pour p
rogresser au niveau européen conformément au cadre institutionnel de l'Union et aux exigences logiques de rationalisation, d'interopérabilité et de rapport coût-efficacité; dans ce contexte, souligne que l'AED devrait apporter son soutien; estime que la coopération franco-britannique en matière de défense devrait proposer un
...[+++]e feuille de route pour une coopération européenne plus efficace en la matière, basée sur la planification des capacités et la dépendance mutuelle; demande instamment aux gouvernements français et britannique de s'engager à passer de futurs accords multilatéraux européens de mise en commun et de partage;