30. is bezorgd over het feit dat de internationale samenwerking in de bestrijding van het terrorisme vaak is uitgelopen op een daling van het niveau van besch
erming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, met name het fundamentele recht op persoonlijke levenssfeer, gegevensbescherming en non-discriminatie, en is van oordeel dat de EU op internationaal n
iveau vastberadener moet reageren om een daadwerkelijke strategie te bevorderen die is gebaseerd op de volledige naleving van de internationale normen en
...[+++] verplichtingen op het gebied van de mensenrechten en de bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer in overeenstemming met artikel 7 en 8 van het Handvest; verzoekt de Raad derhalve het ontwerpkaderbesluit inzake de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken conform de aanbevelingen van het Parlement voor hogere standaarden aan te nemen; is van oordeel dat in een dergelijke strategie de noodzaak van een daadwerkelijk rechterlijk toezicht op de inlichtingendiensten in aanmerking moet worden genomen om te voorkomen dat informatie die is verkregen onder foltering of mishandeling of onder andere omstandigheden die niet stroken met de internationale normen ten aanzien van de mensenrechten, wordt gebruikt als bewijsmateriaal in het kader van rechterlijke procedures, met inbegrip van het stadium van het onderzoek; 30. se préoccupe du fait que la coopération internationale dans la lutte contre le terrorisme a souvent abouti à une baisse du niveau de protection des droits de l'homme et des libertés fondamentales, notamment du droit fondamental au respect de la vie privée, à la protection des données à caractère personnel et à la non-discrimination, et considère que l'UE devrait agir avec plus de fermeté au niveau international pour promouvoir une vraie stratégie basée sur le respect intégral des standards internationaux et des obligations dans le domaine des droits de l'homme et de la protection des données personnelles et de la vie privée conformément aux articles 7 et 8 de la Charte; par conséquent, invite instamment le Conseil à adopter la proposit
...[+++]ion de décision-cadre sur la protection des données à caractère personnel élaborée dans le cadre de la coopération policière et judiciaire en matière pénale, conformément aux recommandations du Parlement européen en faveur de normes plus élevées; considère qu'une telle stratégie doit prendre en compte le besoin d'un contrôle judiciaire effectif des services de renseignements pour éviter l'utilisation d'informations obtenues sous la torture ou au moyen de mauvais traitements ou autres conditions ne répondant pas aux normes internationales relatives aux droits de l'homme comme éléments de preuve dans le cadre des procédures judiciaires, y compris au stade de l'instruction;