Dit laatste betekent onder meer dat het VRK niet enkel de zogenaamde economische, sociale en culturele rechten van het kind erkent, zoals het recht op vrijwaring tegen uitbuiting (artikel 32), het recht op onderwijs (artikelen 28 en 29), het recht op gezondheidszorg (artikel 24) en het recht op sociale zekerheid (artikel 26), maar het kind ook als een drager van burgerlijke en politieke rechten beschouwt.
Cela signifie notamment que la CDE reconnaît à l'enfant des droits économiques, des droits sociaux et des droits culturels, comme le droit d'être protégé contre l'exploitation (article 32), le droit à l'éducation (articles 28 et 29), le droit aux soins de santé (article 24) et le droit à la sécurité sociale (article 26) ainsi que des droits civils et des droits politiques.