Om te beginnen brengt het Hof in herinnering dat, bij gebreke van harmonisatie van de nationale regelingen inzake gedwongen executie, de gronden van bezwaar die mogelijk zijn in de procedure van hypothecaire uitwinning, en de bevoegdheden van de rechter in de declaratoire procedure onder het nationale recht van de lidstaten vallen.
À titre liminaire, la Cour rappelle que, en l’absence d’harmonisation des mécanismes nationaux d’exécution forcée, les motifs d’opposition admis dans la procédure d'exécution hypothécaire et les pouvoirs conférés au juge du fond relèvent de l’ordre juridique interne des États membres.