Het openbaar ministerie kan een persoon die aangehouden is met toepassing van de artikelen 249 en 250 of die zich bij hem meldt, oproepen om te verschijnen voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank, binnen een termijn die niet korter mag zijn dan tien dagen, behalve indien hij ervan afziet, noch langer dan twee maanden.
Le ministère public peut convoquer une personne qui est arrêtée en application des articles 249 et 250 ou qui se présente devant lui, à comparaître devant le tribunal de police ou le tribunal correctionnel, dans un délai qui ne peut être inférieur à dix jours, sauf si elle y renonce expressément, ni supérieur à deux mois.